Column Weekblad Wijdemeren – Susanne Renkema

We weten het allemaal: bewegen is gezond. Toch is het in de praktijk vaak een uitdaging om tijd vrij te maken en echt in actie te komen. De officiële beweegnorm is helder: minimaal 150 minuten per week matig intensieve cardio, zoals wandelen, fietsen of zwemmen, én twee keer per week spier- en botversterkende oefeningen. Maar de vraag is: hoe maak je dat leuk en haalbaar?

Het begint bij het kiezen van een sport die bij je past. Niet iedereen voelt zich gelukkig in een drukke sportschool of op een voetbalveld. Misschien vind je je plezier juist in dans, yoga, wandelen in de natuur of krachttraining met een schema dat je stap voor stap opbouwt. Het geheim is: als je plezier hebt, hou je het vol.

Toch is motivatie niet altijd vanzelfsprekend. Hier komt het sociale aspect om de hoek kijken. Samen sporten met een vriend, collega of partner maakt een wereld van verschil. Je spreekt iets af, je stimuleert elkaar en je hebt minder kans om een training over te slaan. Bovendien wordt bewegen meteen een gezellig moment om bij te praten.

Het mooie is dat het niet groots hoeft te zijn. Een avondwandeling na het eten, een gezamenlijke fietstocht in het weekend of een wekelijkse afspraak voor een groepsles: het telt allemaal mee. Zet kleine stappen, maak er een gewoonte van, en vier de momenten waarop het lukt.

Kortom: leefstijl is geen strak regime, maar een duurzame keuze voor jezelf. Kies een sport die bij je past, zoek iemand die je motiveert, en beweeg met plezier. Gezondheid zit niet alleen in cijfers en normen, maar vooral in samen volhouden en genieten onderweg